"In het voorjaar van 2003 ben ik met mijn gezin voorgoed naar meer
noordelijke streken vertrokken. Voor het bedrag dat wij voor ons huis in
Nederland kregen kochten wij in het zuidoosten van Finland, 365 kilometer ten
noordwesten van Sint Petersburg, een verlaten landgoed, Penttilä, midden in
uitgestrekte bossen, heuvels en gelegen aan een meer.
Het was tegen de avond toen wij op 7 juni 2003 aan het einde van de
zeshonderd meter lange oprit door het bos ons nieuwe huis bereikten. Sinds de
jaren zestig was er niet meer gestookt. De laatste paar jaar deed het dienst als
zomerverblijf voor een familie uit Helsinki. Het was kil in het grote huis.
Omdat het rond die tijd op die hoogte niet meer echt donker wordt konden wij in
de houtopslag, die gebruikelijk in de navetta (stallen) is, uit de schijnbaar
onuitputtelijke voorraad kachelhout een stapeltje stammen vinden om de enorme
open haard mee aan te maken.
De zeecontainers met onze boedel waren nog onderweg en wij hebben de
eerste tijd in het huis gekampeerd. In de ruim twee jaar die sinds die tijd
gepasseerd zijn hebben wij een boorrput van honderd vijfendertig meter diep in
de granieten bodem laten slaan, een aardwarmtesysteem aangelegd evenals een
eigen rioleringssysteem. De hoogstnodige verbouwingen zijn gebeurd, maar het
meeste moet nog komen. Voordat het verwarmingssysteem klaar was hebben wij in
dat eerste jaar tot één dag voor de kerst vijf tegelkachels en de open haard
elke dag moeten stoken. Wij hadden tijdig door dat de houtvoorraad toch niet
onuitputtelijk was en vijfenveertig kuub vóór de navetta laten neerleggen.
Aanloop van vrienden en collega's is minder dan in de randstad; hier hoef
je geen agenda te trekken om een afspraak met elkaar te maken. De afstanden in
Finland zijn beduidend groter dan in Nederland en men draait er zijn hand niet
voor om om enkele honderden kilometers af te leggen voor een bezoek; dat is dan
vanzelfsprekend niet alleen voor de koffie. Wij hebben veel aan een goede buur,
Kari, die regelmatig langs komt om ons van advies te dienen.
De beren, wolven lynxen en elanden hebben zich nog niet allemaal laten
zien. Een regelmatige gast is een sneeuwuil met een vleugelspan ter breedte van
onze auto - en hoog in de lucht vliegen onze naamgenoten.
Finland heeft voor wat de beeldende kunst betreft, in de vijftien jaar dat
wij er jaarlijks verbleven, getoond dat er groei in een carrière kan blijven -
vooral vanuit de appreciatie.
Wat mij opvalt is dat de mensen hier niet gelijk klaar staan met een
mening die zij zo nodig moeten ventileren. Ook wanneer zij niets begrijpen van
bepaalde vormen van beeldende kunst, zien zij wel dat iemand daar mee bezig is
geweest en respecteren die inzet. Op de opening van mijn
overzichtstentoonstelling in het Kajaani Art Museum kwamen sommige mensen naar
mij toe om hun complimenten te geven. Maar dit deden zij pas nadat zij mij
verteld hadden niet veel van eigentijdse kunst te begrijpen. Men staat hier open
voor het onbekende. Elke Fin kent zijn beeldende kunstenaars, musici en
architecten - vraag wie Alvar Aalto is en je krijgt het goede antwoord.
In Nederland heerst een klimaat waarin de beeldende kunst met de beeldende
kunstenaar een wegwerpartikel is geworden. Kunsthistorici, adviseurs en
kunstpolitici gaan er van uit dat zij het zijn die de het gezicht van de
beeldende kunst bepalen. Zij zijn het die over de hoofden van beeldende
kunstenaars heen - niet zelden hun eigen collega's - moeten groeien. Alle
aandacht lijkt gevestigd te zijn op het laatste en nieuwste. Het tijdloze dat
inherent is aan beeldende kunst wordt niet onderkend - of het wordt als
'gedateerd' van de hand gewezen. De beeldende kunst is, in Nederland vooral, een
modeartikel geworden. Dat kunstklimaat spoorde mij mede aan om te vertrekken.
In 1953, toen ik negen was, emigreerden mijn ouders en ik naar Amerika.
Dat was pas ver weg; daarbij vergeleken is Finland in de huidige tijd een
uitstapje. Met mijn Finse vrouw, Marjo, reisde ik jaarlijks naar Lapland waar
wij een blokhut op een klein eiland hebben. Het was op den duur dus niet zo
moeilijk meer om Nederland de rug toe te keren. En wat mijn werk betreft is mijn
devies dat ik liever elders opnieuw begin - weliswaar met een staat van dienst
achter mij - dan in Nederland tegen de bierkaai te blijven vechten.
Al in 1990 werd een monumentale roestvaststalen constructie van mij in
Kemijärvi, boven de poolcirkel, geplaatst en negen jaar later een stalen beeld
in Vaasa, aan de westkust. Voordat wij verhuisden was mijn werk hier dus niet
helemaal onbekend. Na eenmaal mijn draai gevonden te hebben, ben ik weer
begonnen om in te schrijven op opdrachten. Dat was mij niet vreemd want in
Nederland schreef ik al in vanaf het eerste nummer van BK Informatie (en eerder
via oproepen in de NRC). De open procedure heb ik vanaf haar geboorte in
Rotterdam meegemaakt; nu is het er meer besloten dan ooit. In het begin van de
jaren zeventig schreef je in door het doen van een voorstel. Sommigen maakten
zelfs kant en klare ontwerpen. Op die manier leverden soms tientallen collega's
ongehonoreerd ontwerpen af. Dat werd dus snel onderkend en werden alleen
documentaties verlangd - immers, een commissielid moet toch deskundig genoeg
zijn om zich daarop een oordeel te kunnen vormen. Maar de jonge, pas beginnende
kunstenaars die nog geen staat van dienst hadden waren best bereid een gratis
ontwerp te maken. Dat ging dus niet meer en waren zij aangewezen op Voorburg.
Maar ik had in die tijd zitting in diverse adviescommissies en kon mij, met
andere collega's best een oordeel vormen over de mogelijkheden van een jonge
collega die foto's van een beginnend oeuvre inzond.
Enfin, wat blijkt: in Finland verlangen de meeste commissies
schetsvoorstellen. Dat was iets waar ik aan moest wennen. Maar zo'n inschrijving
wordt hier in de vorm van een wedstrijd gegoten. Er zijn prijzen aan verbonden
die qua bedrag vergelijkbaar zijn met een goed betaald schetshonorarium in
Nederland. Eerst doe je een summier voorstel. Daarmee hebben de inzenders wel
hun creatieve arbeid erin geïnvesteerd. Dan wordt een klein aantal geselecteerd,
gehonoreerd en uitgenodigd een schetsontwerp te maken. Na de jurering, worden
prijzen toegekend. Gaat de opdracht door, dan loopt het verder zoals in
Nederland en verhoudt het bedrag van de uitvoering zich tot het honorarium als
eenderde staat tot tweederde. Ja, tweederde is het honorariumdeel. Men vindt het
belangrijk dat een kunstenaar van het beroep kan bestaan. Tijdens het tot stand
komen mijn opdracht in Vaasa verontschuldigde mijn opdrachtgever zich dat er
niet meer in zat dan de helft. Sinds wij hier wonen heb ik op drie projecten
ingeschreven. In Tampere (een grotere stad in het zuidwesten) resulteerde dit in
een tweede prijs. Er zijn lang niet zoveel open inschrijvingen als in Nederland,
maar het aantal beeldende kunstenaars is ook kleiner.
Een van de dingen die ik mij ten doel heb gesteld is het opzetten van een
beeldenpark in Finland. In Nederland had ik in samenwerking met de Nederlandse
Kring van Beeldhouwers het Openluchtmuseum Beeldenpark Drechtoevers opgezet. Dit
werd in 1996 door Hare Majesteit de Koningin geopend. Vijfenzestig kilometer ten
oosten van het dorp waar ik nu woon ligt een heuvelrug, Saksalanharju genaamd.
Daar ben ik begonnen het Finnish Open Air Museum (FOAM) te realiseren; ditmaal
samen met Marja de Jong die er het Kunstcentrum Saksala ArtRadius heeft
opgericht. Het beeldenpark zal moeten uitgroeien tot het een oppervlak van
honderd twintig hectaren. De helling van de heuvelrug bestaat uit bossen en
velden. Het Beeldenpark Drechtoevers was gebaseerd op de gedachte dat alle
beelden en installaties in bruikleen gegeven werden door de makers. Op die
manier werd het een beeldenpark van de beeldende kunstenaars zelf, zonder
inmenging van de eerder door mij genoemde academici. Wij bepalen het gezicht van
de beeldende kunst en een beeldenpark opzetten kunnen wij ook zelf. Hetzelfde
uitgangspunt heb ik genomen voor de opzet van FOAM. Afgezien van incidentele
aankopen en schenkingen zullen alle opgenomen werken eigendom van de makers
blijven. Deze lente ging er het eerste beeldhouwerssymposium 'less is more
again' van start. Deelnemers waren, in volgorde van deelname, Kiril Prashkov uit
Bulgarije, uit Nederland namen Ton Kalle, Roland de Jong-Orlando en Mari Shields
(als Amerikaanse) deel en Jaak Hillen uit België. In september arriveert Varol
Topaç uit Turkije. Hun ter plaatse gemaakte werken zullen, met enkele beelden
van Finse beeldhouwers als Kari Huhtamo, de aanzet tot de collectie vormen.
Rondom Penttilä komen mijn eigen beelden - om te beginnen met zeven grote
werken die op dit moment in Kajaani staan opgesteld. Het vierenveertig meter
brede beeld 'victory' dat burgemeester Ruud Vreeman heeft 'opgeruimd' is te
groot om betaalbaar te transporteren en zal over vijf maanden in Zaanstad
vernietigd worden - over het Nederlandse kunstklimaat gesproken."

Lucien den Arend, victory, 1984-1987, painted steel, Zaanstad (onder A8 viaduct)
Lucien den Arend
11 augustus 2005
zie ook