De gemeente meldt dat ze in overleg met Den Arend gekozen heeft voor verplaatsing naar het Noordpark. Ze vindt het niet bij het gerestaureerde oude raadhuis en de nieuwe aanbouw passen.

Den Arend maakte het immense kunstwerk, dat door hem zelf alleen aangeduid werd als ’geverfde staalconstructie’ maar in de volksmond aangeduid wordt als ’verknipte rijksdaalder’, in 1985 ter gelegenheid van de ingebruikname van de inmiddels al weer gesloopte uitbreiding van het gemeentehuis. Het moest groot (vijf bij vijf bij vijf meter) worden om de aandacht af te leiden van het toenmalige politiebureau. De knip in het kunstwerk was een verwijzing van de oude entree van het raadhuis naar de nieuwe hoofdingang, die om de hoek lag.

Bij de plannen voor restauratie van het oude deel van het gemeentehuis kwam het kunstwerk prompt weer ter discussie te staan. Architectuurhistorica Marinke Steenhuis, die uitgebreid onderzoek naar het raadhuis deed, sprak van een ’wanstaltige staalconstructie’, die absoluut niet bij het ingetogen karakter van het raadhuis van architect Piet Verhagen paste. Enkele gemeenteraadsleden betoogden toen al dat ze geen kapitaal aan de rsstauratie van het raadhuis uit wilden geven om het te laten ontsieren door het kunstwerk.

De gemeente komt nu tot de conclusie dat het werk ontworpen is voor de oude nieuwbouw en dus geen relatie heeft met de nieuwe aanbouw. In het Noordpark, dat als internationale beeldentuin dient, komt het bij andere werken van Den Arend te staan. De kunstenaar woonde en werkte jarenlang in Zwijndrecht en stond aan de wieg van het beeldenpark."